In de middag worden we apart genomen door de oncoloog. Er is een sterk vermoeden dat het een kwaadaardig lymfoom is. Ze denken aan het Burkitt Lymfoom. Dat betekent een spoedopname is het Maxima om zo snel mogelijk met de behandeling te beginnen. Het is gek, de dagen hiervoor is de angst voor dit gesprek zo groot geweest, dat nu het hoge woord eruit is we dat eigenlijk bijna als een opluchting ervaren. En natuurlijk zijn we ontzettend verdrietig. En dan moeten we het Loes zeggen.
Loes is heel stil. Sluit haar ogen en wil het niet meer horen. Er is een ambulance onderweg om haar met mij naar het Maxima Centrum te brengen. Sjoerd kan er met de spullen achteraan rijden. Maar als de ambulance arriveert zeggen de broeders dat er geen ouder mee mag. Gelukkig is de kinderarts het met ons eens dat we haar ook zelf naar het Maxima kunnen brengen.
Kamer 338, op de afdeling schommel. Deze kamer is pas luxe. Met een zijkamer waar Sjoerd en ik kunnen slapen. Loes haar eigen badkamer en WC, wij ook. Een koelkastje. Sowieso het hele gebouw is heel prettig. Licht, kleurrijk, met op elke verdieping een grote keuken waar ouders zelf mogen koken. Je wil hier nooit terecht komen, maar als het je toch gebeurt, dan is dit wel de beste plek.
We krijgen uitleg over de therapie voor Burkitt. Dat is een heel heftige therapie, met hele akelige bijwerkingen. 'Word ik kaal?' vraagt Loes. 'Ja', zegt de arts.
Loes wordt weer onderzocht. Ze proberen bloed te tappen uit haar handinfuus, maar dat wil niet meer bloeden. Ze prikken in haar elleboogholte, maar weten geen ader te raken. Het is inmiddels al 22:00 uur geweest. Ze prikken in haar vinger, dan nog een vinger. Er komt niets meer uit. Ik vraag ze te stoppen en haar te laten slapen. Ze is doodop. En weer hoge koorts. Paracetamol en pijnstillers worden toegediend. Ze slaapt die nacht gelukkig iets beter.